Het was niet Harold Goddijn die aan de wieg stond van het succes van Tomtom,
het was zijn vrouw Corinne Vigreux. Goddijn zei pas in 2001 zijn baan bij
Psion op om zich fulltime bezig te houden met het bedrijf. Toen had Tomtom
al 40 medewerkers en een omzet van bijna 200 miljoen euro.
“Harold heeft het bedrijf toen echt groot gemaakt. Ik had het bedrijf tot een
bepaald punt gebracht, maar Harold heeft er een bedrijf van gemaakt met een
omzet van 1,8 miljard euro en drieduizend medewerkers”, vertelt Vigreux op
het seminar Vouwen en ondernemerschap, dat wordt gehouden ter gelegenheid
van de presentatie van het boek ‘Ondernemend naar de top’ van Christel
Witteveen.
“Om die groei te bewerkstelligen heeft Harold veel risico’s genomen. Hij heeft
een paar keer alles op het spel gezet door al het geld dat we hadden in te
zetten, overal zat een hypotheek op. Ik had dat soort risico’s nooit
genomen” aldus Vigreux.
Geen leasebakken
“Vrouwelijke ondernemers nemen minder risico’s dan mannen”, zegt Robert Blom,
onderzoeker bij kredietbeoordelaar Graydon. “Ze hebben gemiddeld een lagere
schuldenlast, nemen minder personeel aan en nemen bijvoorbeeld ook geen dure
leasebakken.”
Dit leidt ertoe dat vrouwen ook veel minder snel failliet gaan. Drie op de
tien ondernemers is vrouw, maar van alle bedrijven die er failliet gaan, is
slechts 15 procent eigendom van een vrouwelijke ondernemer.
Maar die voorzichtigheid heeft een schaduwkant. Door geen hele grote risico's
te nemen, pakken vrouwelijke ondernemers kennelijk niet alle
groeimogelijkheden aan.
Middelgroot
Het boek 'Ondernemend naar de top' van schrijfster Witteveen lijkt die
stelling te bevestigen. De vrouwen die ze in haar boek aan het woord laat,
vertegenwoordigen de absolute top van de Nederlandse vrouwelijke
ondernemers. Toch heeft geen van hun bedrijven een omzet van meer dan tien
miljoen euro. Het zijn middelgrote bedrijven.
De reden die Witteveen aandraagt voor het ontbreken van vrouwelijke
ondernemers onder de grote bedrijven, is dat vrouwen zelf niet echt de
behoefte voelen om een heel groot bedrijf te hebben: “Ze denken, ik doe
nuttig werk. Het loopt goed, dat is wel genoeg. Ze hoeven niet per se een
omzet van een paar miljard. Generaliserend kun je zeggen dat vrouwen de
manier waarop ze groeien belangrijker vinden dan het maken van winst.”
Glazen plafond
En zoals bekend ontbreekt het in Nederland ontbreekt niet alleen aan
vrouwelijke ondernemers met een echt groot bedrijf, maar ook de vrouwelijke
topmanagers op een hand te tellen. Met de aanstelling van Carla Smits als
CFO van KPN is het aantal vrouwen in raden van bestuur van AEX-genoteerde
bedrijven verdubbeld.
Steeds weer wordt gezocht naar de vraag waarom vrouwen die ver komen in een
bedrijf, ergens op weg naar de top afhaken. Ligt het aan een macho
bedrijfscultuur, vooroordelen omdat ze met zwangerschapsverlof willen, het
feit dat mannen liever een andere man aannemen of het feit dat vrouwen
zichzelf niet voldoende in de picture spelen en daardoor niet in aanmerking
komen voor promoties?
Positieve discriminatie
Met charters als Talent naar de top en zelfs initiatieven om het aantal
vrouwen op bestuursniveau wettelijk vast te leggen, wordt geprobeerd
bedrijven zover te krijgen om de doorstroom van vrouwen te bevorderen. Tot
nu toe met op zijn best wisselend resultaat.
De vrouwelijke ondernemer kan zelf beslissen over promotie, carriere en
werktijden. Toch onstijgt ook zij het middenniveau niet. Daarmee komt
onvermijdelijk de vervelende vraag bovendrijven: Zou het dan toch aan de
vrouwen zelf liggen?
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl